Helene werd gescheiden van haar ouders en trok in bij een vriend van hen die buiten Brussel woonde. Helene verbleef ongeveer een jaar lang in Aalst, waar ze zich moest aanpassen en de Nederlandse taal moest leren. Tijdens de oorlog werd ze eventjes met haar gezin herenigd, maar toen moest ze haar ouders opnieuw verlaten. Ze hielden zich namelijk schuil op een kleine zolder vlak bij het stadhuis, een buurt die krioelde van de Duitsers. Als vierjarig meisje mocht ze niet uit het venster kijken, niet naar buiten gaan en geen lawaai maken. Het was uiterst gevaarlijk en haar ouders moesten een nieuw onderkomen voor haar vinden. Ze besloten haar in een klooster in Kortenberg onder te brengen.
Kijk hoe ze zich haar herinneringen aan de scheiding herinnert.
*Hoe beschrijft Helene haar gevoelens over het feit dat ze van haar ouders gescheiden was?
*Hoe zorgde de vierde verjaardag van haar kleindochter ervoor dat ze ging nadenken over haar ervaringen op diezelfde leeftijd?