Op 8 juni 1944 werd Sonia bevrijd door de Amerikanen en de Britten. Haar moeder nam de trein om haar twee dochters op te halen, maar Sonia en haar zus namen op hetzelfde moment een trein naar Brussel. Toen hun moeder terugkeerde naar Brussel – met bloemen en aardappelen van het platteland – was ze eindelijk met haar dochters herenigd. Sonia’s vader was aangehouden en bracht drie maanden in Kazerne Dossin door. Zijn valse identiteitskaart was een “Palestijns document”, waardoor hij mogelijk kon worden geruild voor een Duitse gevangene in Palestina. Dankzij deze valse papieren wist hij deportatie te vermijden. Hij keerde echter terug met angina pectoris, een schadelijke medische aandoening die tot het einde van zijn leven aanhield.
De vader van Gilbert kwam zijn zoon in mei 1944 heel onverwacht ophalen bij zijn pleeggezin. Gilbert en zijn vader verlieten het huis van Gilberts neef en maakten een lange wandeling door de velden. Gilbert herinnert zich dat hij erg vermoeid was, maar zijn vader moedigde hem aan om door te gaan, want ze moesten voor het donker thuis zien te komen. Ze kwamen aan in een dorpje in het noorden van Frankrijk, waar hij zijn moeder terugzag. Gilbert was dolgelukkig dat hij weer bij zijn ouders was, ook al moesten ze in een piepkleine kamer samenwonen. Daar bleven ze tot de bevrijding.