Joods verzet in Amsterdam

2/7 Joodse knokploeg

Vroeg in de ochtend op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. Vanaf 15 mei 1940 was de Duitse bezetting van Nederland een feit. Aanvankelijk bleven de Duitsers op de achtergrond, maar al vanaf de zomer van 1940 traden de eerste anti-Joodse maatregelen in werking. Geleidelijk werden Joden steeds meer uit het maatschappelijke leven geweerd. Antisemitisme werd sterker en vooral NSB’ers gingen steeds verder in het lastigvallen, bedreigen en provoceren van Joodse Nederlanders.

Dat lieten de Joodse leden van de boksclub Olympia en andere sporters niet onbeantwoord. Onder leiding van Joop Cosman richtten zij een knokploeg op om zich tegen NSB’ers te verzetten.

In de avond van 11 februari 1941 marcheerde de WA (Weerbaarheidsafdeling), de ordedienst en knokploeg van de NSB, weer eens over de Blauwbrug (de brug die je ietsjes verderop, naast de oostelijke hoek van de Stopera, kunt zien) naar de Jodenbuurt met als doel Joden lastig te vallen. Ze zongen daarbij antisemitische liederen om te provoceren. De Joodse knokploeg van Joop Cosman had zich verdekt opgesteld in een speeltuin hier op het Waterlooplein en ging de confrontatie aan. Er volgde een stevig gevecht, met aan beide kanten gewonden. Een van de WA’ers, Hendrik Koot, overleed drie dagen later aan zijn verwondingen.